woensdag 1 september 2010

Reflexen remediëren, inegreren

Integreren van bewegingsreflexen






Een afbeelding van een figuur 8 oefening - Het kind staat met de benen ongeveer cm. van elkaar, armen naar voren strekken en handen samen vouwen. Met een lange, vloeiende beweging van de ene naar de andere kant, een figuur 8 beschrijven. Het gehele bovenlijf beweegt samen met de handen terwijl het gewicht van de rechter naar de linker voet verplaatst wordt. Buigen, draaien en weer recht draaien zover mogelijk met de buikspieren laten doen. Zorgen dat er geen spanning in de beweging is. 10x is voldoende. Dagelijks doen.

Om de beweging zintuiglijk waarneembaar te maken, kunnen gekleurde linten in de handen vastgehouden wordt. (een springtouw wordt ook aanbevolen, maar voor de kinderen met een ontwikkelingsachterstand is dat meestal te moeilijk) Omdat de beweging zichtbaar wordt met de linten, wordt de oefening meteen minder "kunstmatig" en meer speels. De waarneming van de fysieke beweging is een hulp ter ondersteuning van de bewegingen die nodig zijn om de oefening op de juiste wijze uit te voeren. Het bovenlijf zal meer draaien en zodoende is er een beter kruising van de middellijn.(advies Joep Eikenboom)


Zodoende zijn de bewegingen niet alleen maar fysiek of intellectueel bedacht maar wordt het een geïntegreerd beleven.
````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````
• Ruimtelijke perceptie, in de voeten en lijf komen, bewegingszin - vormen lopen, met pittenzakjes of knikkers tillen/dragen naar vastgestelde plaats en vorm zo “leggen” Vorm op zwartbord en daarna op papier tekenen.
• Reflexontwikkeling integreren, motoriek bewust gebruiken, zintuigontwikkeling (tast en egozin door contact-spelletjes), spaakbeen en ellepijp (draaibeweging pols) -  balspelletjes en staafoefeningen.
  •  Kruipen
  • Gebruik een mat voor de volgende oefeningen:
-baby kruip achteruit
- zijdelings kruipen
- kruipend een object halen en in mand doen – hoeveel in 5min tijd



Een afbeelding van een figuur 8 oefening


Veel van de onderstaande oefeningen komen uit: Stunts and Tumbling for Girls by Virginia Lee Horne. Door mij overgenomen - vertaald en soms aangepast - uit: http://www.movementforchildhood.com/
Ander oefeningen komen uit: Resource Teacher’s developmental Exercise Manual vol 1 & 2

1. Blokken bouwen. Het kind kruipt heen en weer om blokken te halen van de ene kant van de kamer naar het anderen; kan een snelheids wedstrijd zijn of er kan een constructie gebouwd worden.


2. Bal of knikker in een doos rollen en dan kruipend terughalen.

3. Een persoon gooit een aantal objecten naar andere kant van locaal halen (kan pittenzakjes zijn) De rest van de groep mag ze halen en terugbrengen. Wie brengt het meest?

4.Schattenjacht - mag rozijntjes of ander gedroogd fruit, stukjes wortel of iets dergelijks zijn – verstopt in verschillende plekken in de kamer, kinderen moet het kruipend vinden. Leidster geeft aan of het kind warm, koud of lauw is.

5. Voertuig of bal duwen en dan weer kruipend halen.

6. Lotto plaatjes over de vloer verspreidt, de bijpassende plaatjes tonen en al kruipend zoeken naar het gepaste plaatje, naar de leidster brengen.

7. Spelletjes als darts, domino’s (kruipend)

8. Een tas met objecten vullen, touwtje eraan en trekken. De kinderen proberen het al kruipend te pakken te krijgen. In de tas zijn leuke verassingen…

9. De hond uit wandelen nemen voor een special uitje – halsband wel om het middel vastmaken!

10. Tikkertje en verstoppertje, maar dan kruipend.

11. Tent bouwen met stoelen en een deken – nodigt tot veel kruipen

12. Vloerpuzzels

13. Simple Simon.

14. Aardappel wedstrijd – met de neus rollen.

15. Bellen blazen en kinderen proberen ze dan kruipend te vangen.

16. Op een fantasiereisje gaan en allerlei dieren ontmoeten (dierentuin, aquarium)

     zoorobics

Baby kikkerhop – hurken, voeten iets naar buiten, handen op vloer en ellebogen effens gebogen, armen tussen de benen. Plaats handen vlak voor voeten en breng voeten met korte hupjes naar handen.

Hagedis - liggend tegen de muur aan zo snel mogelijk langs de muur naar voren bewegen.
De bruine hagedis is klein maar o, zo snel
Hij’s weg nog voor jij tot drie kan tel.
Heel dicht tegen de tuinmuur aan gevleid
Scharrelt hij rond en zoekt naar zijn ontbijt

- rennen als een hond ( als kruipen maar knieën niet op grond) Handen op vloer plaatsen, knieën en armen effens gebogen. Een hond rennend of lopend nadoen; zorgen dat voeten niet voor handen geplaats worden.



- krab-rennen (omgekeerde kruippositie, rug omhoog en zijdelings bewegen op handen en voeten)


- kruiwagentje lopen.


- berenloop (handen en voeten aan onderscheidenlijk links en rechts gelijktijdig naar voren.
- berendans – hurkend de benen afwisselend naar voren strekken, ritmisch huppen.


-berengevecht - op handen en voeten kruipend elkaar met de schouders of heupen (NIET met handen of hoofden!) elkaar van de mat proberen duwen.












- kikkersprong - hurkend hoppen, starten met handen op mat en dan hoog in de lucht tijdens sprong














-  Worm-kruip – vanuit liggend positie rustend op handen en voeten bewegen. Op de rug liggend, armen over borst gevouwen, langzaam achteruit bewegen (in richting van het eigen hoofd). Rug gebogen naar omhoog strekken en weer laten zakken, met de hakken duwen.



- Rupskruip, hetzelfde maar in de tegengestelde richting, naar voeten toe.

De rups krult zich op, zo stijf
Hij strekt zowat zijn hele lijf
Zijn kop en staart ontmoeten elkaar!
Hoe krijgt hij dat toch voor mekaar?
Hij loopt zowaar zonder voeten!
Zal jij ooit weten hoe dat moeten?

- zeeleeuwloop – liggend op onderarm steunend voortbewegen door op ellebogen steunend te ‘lopen’. De  
  benen en voeten worden als het ware meegesleept.



De zeehond beweegt zo soepel en hij is niet dom
Rollerdebolerde rol maar nog een keer, om en om
Met zijn flippers pakt hij de bal
En gooit het omhoog, malen zonder tal.



Zeehond in circus: bal kan ook tussen de knieën, tussen de enkels of voeten vastgehouden worden. De zeehond kan ook naar voren wiebelen terwijl hij de bal vasthoudt.


Arend
Arend zo hoog in de hemelboog


Staart zo recht en omhoog
Zijn puntige vleugels zo krachtig en sterk
Nimmer zal zijn prooi hem bemerken.

Vrolijke vlinder – Op de vloer starten, de ogen volgen de actieve hand; breng de rechterhand langzaam naar achteren, omhoog en in een wijde hoge boog naar voren, de hand op de vloer plaatsen. De rechter knie naar voren brengen en naast de hand plaatsen. Herhaal aan de linkerkant terwijl de heupen gecentreerd blijven (niet op tegengestelde enkel gaan zitten.) Een rood lintje om de rechter wijsvinger en een blauw lintje om de linkerwijsvinger, geeft extra steun.



Boekje open, boekje dicht – Het kind ligt op de mat, op zijn of haar rug, armen langs de zij. Op een afgesproken teken langzaam omhoog komen, benen gestrekt, armen en bovenlijf in een rechte lijn.

Poesloop – Op de grond met de handen in rust positie; handen blijven op hun plaats en de voeten tot bij de handen laten huppen of lopen; dan de voeten op hun plaats houden en naar voren lopen met de handen. Knieën en ellebogen blijven doorgaans recht.

Inspiratie voor de oefeningen en spelletjes zij o.a. gevonden in: Resource Teacher’s developmental Exercise Manual vol 1 & 2 – Waldorf Resource Teacher training program, Association for a Healing Education


http://healingeducation.org/


http://www.movementforchildhood.com


Geen opmerkingen:

Een reactie posten