Bewegingsmechanisme inschakelen:
Primaire bewegingen: tijgeren, kruipen, rollen, sluipen, springen.
In deken draaien en rollen.
Op evenwichtsbalk lopen.
Hielen tegen tenen lopen.
Rechte lijn & kromme lijn lopen.
In ritmen lopen (bij voorbeeld kort-kort-lang, lang-kort etc.)
Tellen bij iedere stap.
Zwaaien, klimmen, schommelen, achteruitlopen
Langzaam, normaal of snel lopen, rennen.
Schatten hoeveel afstand tussen zichzelf en object; deze wordt nadelig beïnvloed door passief TV zitten kijken, overvloed aan visuele en auditieve indrukken volgen elkaar snel op. Perceptie en concentratie verzwakt. Lomp en onhandig, taalachterstand.
Vegen, harken, graven, emmers dragen, stenen dragen. (arbeidspelletjes)
Fijne en grove motorische vaardigheden.
Pittenzakjes (met verschillende vullingen), ballen of stokken om door te geven, in de lucht te gooien of te vangen.
Kegelspelletjes.
Raak je rechterschouder met je linker hand etc.
Piaget toonde al in 1940 aan hoe belangrijk fysieke beweging als basis van cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling is.
Bewegingsproblemen hebben hun neerslag in het taalvermogen. Zwak zintuiglijke ontwikkeling heeft intellectuele en leer achterstand tot gevolg.
Tactiele ervaringen. De tastzin wordt ook ingeschakeld wanneer de ruimte verkent worden of bewegingen gedaan worden - helpt bij het “thuis voelen” in eigen lijf. Zand, water en modderspelletjes.
*********************************************************
Kruipen
Kruipend op de vloer verschillende objecten op een bepaalde plaats ophalen en ergens heen brengen, bijvoorbeeld in een mand plaatsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten