Zestien sleutels bij het bewegen
Ontbreken/observatie
Gevolgen voor het leren
Mogelijke activiteiten om verder te ontwikkelen.
1
Tastzin
Vermijden van aanraking of juist overmatig zoeken ernaar. Problemen met de beurt afwachten, aversie tegen harde geluiden of knapperige voedsel; kan niet tot nabootsen komen. Tastzin is verstoord.
Verbonden met de Ego zin.
Mogelijk moeite om te verbinden met anderen (ook leraar) Problemen bij het luisteren en aandacht schenken; hyper actief of juist te weinig actief.
Spelletjes waarbij op de rug geschreven wordt; ruige spelletjes, kruipen, duwen, trekken, vangen; contactspelen als Witte zwanen, zwarte zwanen en ander soortgelijke spelletjes.
2
Levenszin
Vaak moe of ziek, nerveus; huiskleur niet goed, onzeker. Levenszin moet versterkt worden.
Verbonden met de Gedachtenzin.
Raakt tijdens de les verloren, kan de belevingen niet eigen maken.
Wanneer een kind chronisch moe of honger is, kan de hulp belemmerd zijn door de thuissituatie. Kunstzinnige activiteiten als schilderen of boetseren zowel als positieve bevestiging, is heel belangrijk voor deze kinderen.
3
Bewegingszin
Lompe, zware bewegingen. De eigen bewegingszin moet gestimuleerd
Verbonden met de
Taalzin.
Zie fijnemotorische controle nummer 5, maar inclusief de grove motoriek. Moet vanuit een meer doortastende stemming aangepakt worden.
Bijna enige activiteit! Dierenspelletjes (zie zoo-robics en De Extra Les, blz. 128 Integratie van vroege bewegingspatronen) Doen dit, doen dat, Simon zegt, Aarde, water, lucht en vuur.
4
Evenwichtszin
Valt vaak, duizelig, vaak hoofdpijn, houdt niet van bewegen of is juist overbeweeglijk, spint graag.
Evenwichtszin moet ontwikkeld worden.
Verbonden met de gehoorzin
Touwtje springen, op de balanceerbalk oefenen.
Zoo-robics: vooral rollen, gym.
5
Tijd en ritme
Problemen bij het zingen van een rijmpje, marcheren
Mogelijk monotone spraak; luister en aandacht problemen, vertraagde leesvaardigheid
Alle ritmische activiteiten, liedjes en versjes, zang en klapspelletjes, touwtjespringen.
6
Richting en Doelgerichte handelingen
Verward richtingsgevoel problemen bij “Simon zegt“ spelletjes, kronkelt lichaam in vreemde posities terwijl het schrijft. Zwak of gedesorganiseerd bewegingszin, niet in staat lezen en schrijven te ondersteunen.
Schrijf achterstand
Lees achterstand(problemen bij her volgen van het vloei en directie van de woorden; onhandigheid, het kan op sociaal gebied ook problemen geven.
Spelletjes als “Simon zegt:” Spelletjes opmaken waarbij aanwijzen nodig is.
7
Ruimtelijke oriëntatie
Kan geen vormen in de lucht schrijven of lopen, problemen bij spelletjes waarbij op de rug geschreven wordt. Letters en cijfers worden verkeerdom geschreven. Zwak ruimtelijke oriëntatie; innerlijke gewaarwording van vorm en van zichzelf in de ruimte, is zwak.
Problemen met herkenning van en vormen van lettertekens en cijfers
Balspelletjes uit “Stap voor stap”
Strengspelletjes, touwfiguren maken, valspelletjes
8
Volgorde
Kan de dagen van de week of de maanden niet onthouden, of de nummers van 1-10. Problemen met handjeklapspelletjes. Moet leren om reeksen te herkennen en om dingen te ordenen.
Problemen met spelling en mogelijk met rekenen.
Kralen rijgen, sorteren van wasgoed, stenen of knopen, het alfabetlied en liedjes of versjes met de namen van de dagen of maanden; schoenveters knopen, vingerspelletjes.
9
Fijn motoriek
Problemen bij het hanteren van krijt of potlood, slordige handschrift of tekeningen; spraakproblemen, oogfocus springt. Fijne motorische vaardigheid voor schoolleeftijd niet voldoende of afwezig.
Spraakproblemen, lezen en schrijven zwak.
Koperstaaf-oefeningen, dobbelstenen tussen vingers, klei of bijenwasmodellering, tongknopers. Voor oogbeweging is het misschien nodig om een opticien die gespecialiseerd is in dit soort problemen, te raadplegen.
10
Lateraliteit
Gemengd oog, hand, oor en voet gebruik, bij voorbeeld het optillen en gebruik van een imaginair telescoop – gebruik het kind twee handen of verschillende handen of ogen.
Laterality is mixed or undecided.
Het is mogelijk dat hier alleen spraken is van een langzame ontwikkeling; tegen 7jr. is het gewenst dat lateralisatie al gevestigd is; het kan een langer termijn problematiek aangeven. Processering van links-rechts hersenactiviteit zal minder harmonisch verlopen.
In het klaslokaal aandacht voor waar het kind geplaatst wordt. Alle spelletjes, taken of oefeningen waarbij de dominante kant gebruikt wordt. Stimuleren om dominante arm of voet voorrang te geven bij het aankleden.
11
Horizontale middellijn barrière
Til onderlijf omhoog wanneer schrijf; kan niet door een hoepel springen of in de taille buigen. Middellijn barrière is misschien nog aanwezig. Onvoldoende relatie tot boven/beneden.
Innerlijke bewegingscapaciteit nog onvoldoende ontwikkelt om goed te kunnen “organiseren” voor lezen en schrijven. Dat is normaal tot ongeveer 7 jr.
Touwtje springen, haasje over, kikkerspringen, schommelen, aan klimrek hangen, sleeën.
.
12
Verticale middellijn barrière
Plaats het papier aan de zijkant of draait lijf, problemen met bal-hopspelletjes; mogelijk is de verticale middellijnbarrière nog aanwezig of verhoudingen links/rechtsniet goed.
Interne ontwikkeling bewegingsmogelijkheden nog onvoldoende – tot een mate normaal tot leeftijd 9.
Enige spelletjes of taken waarbij de middellijn barrière doorbroken wordt, zwartbord wissen, balspelletjes (hoppen)
en het 1/8 oefening uit "The extra lesson" (Audrey McAllan), koperstaaf en pittenzak oefeningen (stap voor stap – Mary Nash-W)
"Chinees Voetbal" *
13
Nabootsing
Onvermogen om de aandacht te focussen, onvoldoende verbinding met de omgeving, kan niet volgen of nabootsen. Intellectuele overvraging, onvoldoende aanbod activiteiten om te imiteren.
Nabootsing basis voor het leren in de eerste jaren van ontwikkeling in de vrije School; het is ook een voorwaarde voor het kunnen accepteren van verantwoordelijkheid in volwassenheid.
Nadoespelletjes als “Simon zegt”, Jack in the box, Doen dit, doen dat.
Vermijden van verbale instructie en veel gelegenheid aan het kind geven om de activiteit al nabootsend te volgen.
14
Verwachting
De beurt niet kunnen afwachten; gaat niet mee in de stroom; zielenkwaliteit van ‘verwachting’ moet waarschijnlijk gewekt en gestimuleerd worden.
.
Blijft niet bij de groepsactiviteiten; kan niet de gewoonte aanleren om te wachten op inzicht, ten opzichten van het leren van nieuwe dingen.
Alle spelletjes waar op de beurt gewacht mag worden.
15
Reflexen niet omgevormd
Valt uit stoel, wringt lijf in vreemde bochten, kan niet kruipen, kan niet lateraal kruizen; leesproblemen na 8 jaar; Reflexen die bij een dreumes of peuter horen, zijn niet verdwenen.
Sommige kinderen omzeilen de problemen, met de bijbehorende stress en spanning tot gevolg, andere hebben last van leerachterstanden.
Zoo-robics en alle kruipspelletjes, zwemmen, valspelletjes.
16
Radius en Ulna
Lompe armbewegingen zijn vaak aanwezig bij kinderen met lees en schrijfproblemen. De radius en ulna kan misschien nog niet voldoende ontwikkelt zijn.
Problemen met lezen en schrijven, algemene leerproblemen, stress, hoofdpijnen, ontlopen van taken of activiteiten.
Alle activiteiten waarbij de behendigheid van de armbewegingen kan ontwikkelen, ook koperstrafoefeningen.
*"Chinees Voetbal" De hele klas staat in een cirkel met gespreide benen, de buitenkant van de voeten tegen de buitenkant van de voeten van de buren. De kinderen trachten de bal tussen de benen van een ander kind te stoten, dat dan echter probeert af te weren met de handen. Hierbij merkt men op dat sommige kinderen, die het moeilijk hebben, de knieën tegen elkaar persen, of op hun hurken gaan zitten en niet buigen met hun hoofd omlaag. (wij zullen hier een aangepaste variatie op moeten bedenken)
Bronnen voor de oefeningen:
Stap voor stap – Mary-Nash Wortham
Zoorobics – zie bijlage
Koperstaafoefeningen – zie bijlage
Die extra les – Audrey MacAllan
http://vo-extrales.blogspot.com/ ( blog van Joep Eikenboom)
Het Grote Spelenboek
Bron:
http://www.movementforchildhood.com/